Vitamine C is vooral bekend vanwege de rol die het speelt bij verkoudheid. Vitamine C is echter veel meer dan dat alleen: het is een fundamentele voedingsstof die in vrijwel elke cel een cruciale rol speelt. Vitamine C is een universele beschermer, een bouwer en een helper. Dit heeft te maken met een aantal belangrijke functies van vitamine C.
Mensen (anders dan de meeste dieren) kunnen zelf geen vitamine C aanmaken en slaan het nauwelijks op. Dat betekent dat elke cel afhankelijk is van de dagelijkse inname via voeding en supplementen.
Sommige organen en weefsels hebben meer vitamine C nodig om goed te kunnen functioneren, omdat ze nog meer afhankelijk zijn vanwege de antioxidatieve werking of omdat ze collageen en enzymprocessen nodig hebben.
Omdat de vitamine C in groenten en fruit sterk teruggelopen is, is suppletie tegenwoordig noodzakelijk om aan de juiste hoeveelheden te komen.
Ook ik kwam tot deze ontdekking en gebruik inmiddels al zo’n 20 jaar tussen de 6.000 en 8.000 mg per dag om mijn lichaam maximaal te ondersteunen, mijn energie- en performance te optimaliseren en verkoudheden buiten de deur te houden.

Welke organen profiteren het meest van vitamine C?
Er zijn organen en weefsels waar vitamine C meer dan gemiddeld, een belangrijke rol vervult:
Immuunsysteem
Vitamine C is cruciaal voor het functioneren en overleven van witte bloedcellen. Witte bloedcellen slaan daarom grote hoeveelheden vitamine C op om bacteriën/virussen te bestrijden. De vitamine C wordt onder andere opgebruikt om afweerstoffen (antilichamen) aan te maken. Daarom kan in het geval van een infectie in het lichaam, de behoefte aan vitamine C enorm toenemen. Als het lichaam dan niet voldoende vitamine C bevat, kan er al snel tekorten ontstaan.
Ook gewone lichaamscellen hebben vitamine C nodig om de communicatie met immuuncellen te ondersteunen en om ontstekingsprocessen te reguleren.
De milt en lymfeklieren zijn hierbij belangrijke opslag- en verdedigingsorganen.
Huid en bindweefsel
Omdat vitamine C essentieel is voor de aanmaak van collageen is het onmisbaar voor de gezondheid van je huid, pezen, kraakbeen, gewrichten, haar, nagels, botten en tanden.
Hart en bloedvaten
De binnenwand van slagaders heeft veel vitamine C nodig om gezond en soepel te blijven. De collageenvorming is hier cruciaal om scheurtjes en zwakke plekken te voorkomen en indien nodig, te herstellen. Ook bestaan de hartkleppen en de wand tussen het rechter en linkerdeel van het hart voor een groot deel uit collageen.
Daarnaast staan bloedvaten en het hart continu bloot aan oxidatieve stress1 door zuurstoftransport en contact met schadelijke vetten, suikers en gifstoffen in het bloed. Vitamine C neutraliseert deze vrije radicalen2 en voorkomt daarmee schade aan de wanden.
Stikstofmonoxide (NO)3 balans: vitamine C ondersteunt de aanmaak en werking van NO, wat bloedvaten helpt ontspannen en zorgt voor een betere doorbloeding en bloeddrukregulatie.
Bijnieren
Bijnieren4 bevatten de hoogste concentraties vitamine C in het lichaam omdat vitamine C nodig is voor de productie van stresshormonen (zoals adrenaline en cortisol).
Hersenen en zenuwstelsel
Vitamine C ondersteunt de aanmaak van neurotransmitters5 zoals noradrenaline6 en dopamine7 en is daardoor goed voor het zenuwstelsel. Hierdoor draagt vitamine C bij aan het functioneren van het geheugen, draagt het bij aan een heldere geest en het leervermogen en is het goed voor het concentratievermogen en de gemoedstoestand.
Het werkt tevens als antioxidant8 tegen oxidatieve stress in de hersenen.
Ogen
Vooral het netvlies en de lens bevatten hoge concentraties vitamine C ter bescherming tegen oxidatieve schade.9
Lever
Vitamine C speelt een rol in de ontgiftigingsprocessen van de lever, waar vitamine C als cofactor10 en als antioxidant ondersteuning bij biedt.
Een onmisbare antioxidant
Elke cel wordt voortdurend blootgesteld aan oxidatieve stress ten gevolge van vrije radicalen.
Vrije radicalen zijn reactieve moleculen die ontstaan wanneer een atoom of molecuul een elektron mist en daardoor instabiel wordt. Het lichaam maakt ze deels zelf aan, maar we krijgen ze ook binnen via externe invloeden.
Vrije radicalen ontstaan enerzijds in het lichaam zelf:
- Bij de verbranding van glucose en vetten in de mitochondriën10 voor de productie van energie. De mitochondriën zijn de energiecentrales van de cel. Vitamine C helpt bij het beschermen van de mitochondriën tegen oxidatieve schade, door vrije radicalen te neutraliseren die ontstaan tijdens de energieproductie. Omdat vitamine C oxidatieve stress vermindert, helpt het indirect om vermoeidheid en uitputting tegen te gaan. Oxidatieve schade in mitochondriën kan anders leiden tot een minder efficiënte energieproductie en sneller optredende moeheid.
- In het immuunsysteem, waar witte bloedcellen bewust vrije radicalen aanmaken om bacteriën, virussen en andere indringers te vernietigen
- Bij ontstekingsprocessen en chronische ontstekingen komen er voortdurend vrije radicalen vrij.
- Bij hormonale processen zoals bij de stresshormonen.
- Bij bepaalde enzymatische11 reacties.
Anderzijds komen ze ook van externe bronnen:
- Tabaksrook.
- Luchtvervuiling en uitlaatgassen.
- UV-straling, zoals van zonlicht, die oxidatie veroorzaakt in de huidcellen.
- Alcohol.
- Ongezonde voeding met veel suiker, industrieel geproduceerde meervoudig onverzadigde vetzuren12 en bewerkt voedsel.
- Chemicaliën, zoals bestrijdingsmiddelen,PFAS,13 etc.
- Zware metalen14
- Straling zoals door röntgenstraling, radioactieve deeltjes, maar ook Wifi, 4G/5G.
Vitamine C neutraliseert al deze vrije radicalen. In onze huidige samenleving met alle vervuiling is vitamine C cruciaal voor de bescherming van je celmembranen, DNA en eiwitten. Ook helpt het de activiteit van vitamine E in stand te houden, wat zelf ook krachtige anti-oxidant is.
Cofactor voor enzymen
Vitamine C is nodig voor meer dan een dozijn enzymatische reacties. Het helpt enzymen die zorgen voor:
- Collageensynthese. Collageen is het meest voorkomende eiwit in het lichaam. Omdat collageen een belangrijke bouwsteen is van alle weefsels die sterk en elastisch moeten zijn, kan een tekort al snel tot algehele verzwakking van het lichaam leiden. Wanneer het lichaam onvoldoende vitamine C binnenkrijgt, wordt de hoeveelheid en de kwaliteit van collageen in je lichaam snel minder.
- Vandaar dat vitamine C belangrijk is voor een goede conditie van de bloedvaten, goed is voor het skelet en de tanden en belangrijk is voor het kraakbeen, het tandvlees en de huid.
- Aanmaak van neurotransmitters (zoals dopamine, noradrenaline).
- Hormoonproductie in de bijnieren (adrenaline, cortisol).
- De energieproductie in de mitochondriën. Hierdoor activeert vitamine C de natuurlijk energie in je lichaam en helpt het energie vrij te maken uit de voeding.
- Celdeling en herstel. Omdat je lichaam voortdurend cellen afbreekt en nieuwe aanmaakt (huid, slijmvliezen, bloedcellen), is constante aanvoer van vitamine C nodig.
Zonder voldoende vitamine C kunnen de lichaamscellen deze processen gewoonweg niet goed uitvoeren.

Hoeveel vitamine C heeft je lichaam nodig?
Wat geldt voor de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) in het algemeen geldt ook voor de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) van vitamine C. De ADH voor vitamine C is slechts 75 mg. Maar 75 mg vitamine C per dag is maar net voldoende om geen scheurbuik15 te ontwikkelen, de meest extreme vorm van een tekort aan vitamine C. Het is natuurlijk goed dat we deze ernstige ‘ziekte’ op deze manier weten te voorkomen, maar deze ADH is niet toereikend om tekorten te voorkomen en het lichaam in een optimale conditie te houden.
De Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheden zijn niet wetenschappelijk onderbouwd en tot stand gekomen, maar hebben het doel om je om de tuin te leiden. De ADH’s zijn gewoon te laag. De mens zou volgens deze ADH 75 mg per dag nodig hebben. Bij een gewicht van 75 kg, zou dat dus neerkomen op 1 mg per kilogram lichaamsgewicht.
Het voedingscentrum geeft aan dat de volgende verschijnselen te maken kunnen hebben met een tekort aan vitamine C:
“Bij een langdurig ernstig tekort kan verminderde weerstand, vertraagde wondgenezing en uiteindelijk scheurbuik ontstaan. De verschijnselen zijn tandvleesbloedingen, onderhuidse en inwendige bloedingen.”
Op basis van wat dieren aan hoeveelheden aanmaken, hebben we een goed beeld gekregen van wat ons lichaam nodig heeft aan vitamine C. Geiten, bijvoorbeeld, maken wel vitamine C aan. Omgerekend naar een menselijk lichaam van 70 kilo produceert een geit zo’n 13 tot 14 gram vitamine C per dag. Dat is dus 14/0,08 = 175 maal meer dan wat voor de mens aanbevolen wordt in de ADH.
De cavia is een van de dieren die zelf, net zoals de mens, geen vitamine C aanmaakt. En omdat mensen cavia’s als huisdier houden, is het belangrijk voor hen om te weten hoeveel Vitamine C cavia’s dagelijks nodig hebben. De dierenarts zal voor de cavia 40 tot 80 mg vitamine C per dag adviseren. Een cavia weegt ongeveer kilo. Dus dat betekent 40 tot 80 mg per kilogram lichaamsgewicht.
“Wat vitamine C betreft, voelde ik vanaf het begin dat de medische wereld de publieke opinie misleidde. De dokters zeiden immers dat wanneer er in voeding geen vitamine C zit, scheurbuik optreedt. Wanneer er geen scheurbuik optreed, dan is alles in orde. Ik geloof dat dat een ernstige vergissing is. Scheurbuik is niet het eerste symptoom van een tekort aan vitamine C. Scheurbuik is het teken van de laatste instorting van het lichaam. Er is een grote kloof tussen scheurbuik en een gezonde toestand.”
Albert Szent-Györgyi16
Nobelprijswinnaar
Het is duidelijk dat er hier iets niet klopt! Het moge duidelijk zijn dat de mens veel grotere hoeveelheden vitamine C nodig heeft, minimaal 40 mg vitamine C per kilogram lichaamsgewicht. Dus je vermenigvuldigt je gewicht met 40 en dan heb je het aantal milligram vitamine C dat je lichaam per dag minimaal nodig heeft. Dit is het minimum dat je lichaam nodig heeft in normale gezonde omstandigheden:
- voor iemand die 50 kilo weegt, wil dat zeggen minimaal 2000 milligram of 2 gram per dag;
- voor iemand van 70 kilo betekent dit niet minder dan 70 x 40 = 2800 milligram, bijna 3 gram dus.
De opname en werking van vitamine C wordt verhoogd door natuurlijke voedingsstoffen zoals bioflavonoïden, rutine, acerola en rozenbottel. De gunstige biologische werking van vitamine C heeft echter vooral te maken met de juiste hoeveelheid.
Je kunt vitamine C zonder problemen in grotere hoeveelheden innemen, zonder de balans van de andere vitaminen en mineralen in de war te gooien.
Volgens professor Albert Szent-Györgyi, die een Nobelprijs kreeg voor de ontdekking van vitamine C, is deze vitamine één van de veiligste stoffen op onze planeet. Ook de beroemde Amerikaanse voedingsdeskundige, Adelle Davis, schreef dat “zelfs heel grote hoeveelheden van deze vitamine geheel onschadelijk zijn.”
Een teveel aan vitamine C wordt namelijk gewoon met de urine uitgescheiden, maar dit gebeurt pas wanneer het lichaam voldoende heeft om alle weefsels te verzadigen. Daarnaast zal het lichaam, als alle weefsels verzadigd zijn, geen vitamine C meer opnemen in de darmen. Het overschot zal achterblijven in de darmen en zal vervolgens een dunne ontlasting of diarree veroorzaken.
“Hoe meer vitamine C iemand neemt, des te minder vaak wordt hij ziek en des te sneller wordt hij weer gezond. Gedurende een ziekte is 20 tot 40 maal zoveel vitamine C nodig als anders om de weefsels te verzadigen.”
Adelle Davis17
Schrijfster en voedingsdeskundige
Lichaam laten wennen aan juiste dosis
Het is niet voor niets dat de meeste dieren vitamine C zelf aanmaken. Het is een cruciale stof waar heel veel lichaamsprocessen afhankelijk van zijn. Omdat wij vitamine C zelf niet aanmaken zullen we er zelf voor moeten zorgen dat we toch altijd voldoende binnen krijgen.
Je moet nu ook niet overhaast te werk gaan. Het is raadzaam om het lichaam, dat geruime tijd niet voldoende vitamine C kreeg, een beetje te laten wennen aan de ‘verhoogde’ of beter gezegd noodzakelijke hoeveelheid. In het begin is het beter om meerdere keren per dag een kleinere dosis te nemen.
Het kan zelfs voorkomen, dat een verhoogde dosis vitamine C voor een deel niet wordt opgenomen en dat de restanten in de darmen voor een lichte buikloop zorgen. Dit is volkomen ongevaarlijk, maar het kan je misschien bezorgd maken als je niet bekend bent met dit verschijnsel. Als je er eenmaal aan gewend bent, kun je gerust een grotere hoeveelheid vitamine C in een keer innemen.
Bouw je dagelijkse inname van vitamine C stap voor stap op tot de hoeveelheid die bij jouw gewicht past en ervaar de talloze voordelen voor je gezondheid.

- oxidatieve stress: een stofwisselingstoestand, waarbij meer dan een normale hoeveelheid reactieve zuurstofverbindingen in de cel gevormd wordt of aanwezig is. Oxideren is het zich verbinden met zuurstof, het roesten. Van oxide, uit het Frans, van oxygène wat ‘zuurstof’ betekent + -ide (zoals in acide wat ‘zuur’ betekent). ↩︎
- vrije radicalen: “losgeslagen” moleculen in je lichaam die heel reactief zijn. Dit komt doordat ze een onvolledig aantal elektronen hebben, waardoor ze graag een elektron van een ander molecuul “stelen.” Dit kan schade aanrichten aan cellen, eiwitten en zelfs DNA. Vrije radicalen ontstaan bijvoorbeeld door stofwisselingsprocessen, maar ook door UV-straling, luchtvervuiling, roken en ongezond eten. Gelukkig heeft je lichaam antioxidanten (zoals vitamine C en E), die deze vrije radicalen kunnen neutraliseren en zo schade helpen voorkomen. Denk aan antioxidanten als schilden die de cellen beschermen tegen de aanvallen van vrije radicalen. ↩︎
- stikstofmonoxide (NO): een gasvormig molecuul dat in je lichaam fungeert als signaalstof. In de afkorting NO staat de N voor het chemische symbool voor stikstof en de O voor zuurstof. NO zorgt voor ontspanning van de vaatwand. Hierdoor verwijden je bloedvaten en kan er meer bloed (en zuurstof) naar je spieren, hart en organen stromen. Dit is cruciaal voor een gezonde bloeddruk en goede doorbloeding. ↩︎
- bijnieren: kleine maar krachtige organen die een grote rol spelen in je energie, stressreactie en hormoonhuishouding. Ze liggen als een soort “kapjes” bovenop je nieren, en bestaan uit twee delen die elk hun eigen functie hebben. Ze gebruiken vitamine C intensief voor de aanmaak van stresshormonen zoals adrenaline en cortisol ↩︎
- neurotransmitter: een chemisch ‘boodschapperstofje’ dat zenuwcellen (neuronen) in staat stelt met elkaar (of met spieren en organen) te communiceren door signalen door te geven.. Je kunt ze zien als de “boodschappers” van je zenuwstelsel. ↩︎
- noradrenaline: een neurotransmitter én hormoon die een sleutelrol speelt in je energie, alertheid en stressreactie. In het zenuwstelsel (neurotransmitter) zorgt noradrenaline voor aandacht, focus en alertheid en speelt het een rol in je stemming: te weinig noradrenaline wordt in verband gebracht met depressieve klachten, te veel kan leiden tot onrust of angst. Het stimuleert het “fight-or-flight”-systeem: je wordt wakkerder, alerter en klaar voor actie. ↩︎
- dopamine: een van de bekendste neurotransmitters in je brein en wordt vaak de “geluksstof” of “motivatiestof” genoemd. Maar het doet veel meer dan alleen een goed gevoel geven. Dopamine geeft je een gevoel van voldoening als je iets bereikt of geniet. Het stimuleert doorgaan en herhalen van gedrag dat prettig of nuttig is (eten, leren, sporten). In de hersengebieden die beweging regelen is dopamine onmisbaar. Tekort aan dopamine in deze gebieden speelt een rol bij de ziekte van Parkinson. Dopamine helpt je geconcentreerd te blijven en speelt een rol in geheugen en leervermogen. Een tekort kan leiden tot lusteloosheid, verminderde motivatie of depressieve gevoelens. Een gezonde dopaminespiegel ondersteunt energie en levenslust. ↩︎
- Antioxidant: een stof die cellen beschermt tegen schade en vrije radicalen (agressieve stoffen) neutraliseert voordat ze schade aanrichten. Ze doen dat door zelf een elektron af te staan aan het vrije radicaal, waardoor het stabiel wordt, zonder zelf instabiel te worden. Je kunt ze zien als “vangers” van schade, of als brandblussers die kleine ‘celbrandjes’ doven. ↩︎
- Oxidatieve schade: het gevolg van oxidatieve stress. Wanneer er te veel vrije radicalen aanwezig zijn en te weinig antioxidanten om ze te neutraliseren, gaan deze vrije radicalen cellen en weefsels aantasten. Dat noemen we oxidatieve schade. Schade aan DNA kan leiden tot mutaties en ziekten. Door vervorming kunnen eiwitten hun functie verliezen. Vetten in celmembranen kunnen oxideren, waardoor cellen minder goed functioneren of zelfs afsterven. Dit kan leiden tot versnelde veroudering van huid en weefsels, een hogere kans op chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten, diabetes, degeneratieve zenuwziekten (bv. Alzheimer, Parkinson) en een verminderde herstelcapaciteit na inspanning of stress. ↩︎
- mitochondriën: korrel- of worstvormig celorganellen in het protoplasma die belangrijk zijn voor de energielevering en de stofwisseling in de cel. Van Grieks mitos wat ‘even en oneven draden van de schering [de lengtedraden van een weefsel]’ en chondros, wat ‘korrel’ betekent. ↩︎
- enzymatisch: ‘met behulp van een enzym of ‘door de werking van een enzym’. Een enzym is een eiwit dat een chemische reactie in het lichaam versnelt (een biologische katalysator). Zonder enzymen zouden veel processen in je lichaam veel te langzaam verlopen om je in leven te houden. ↩︎
- meervoudig onverzadigde vetzuren: zie mijn blog van 26 augustus 2025: https://vitamine.shop/zaadolien-een-verborgen-bedreiging-voor-je-gezondheid/ ↩︎
- PFAS: PolyFluorAlkylStoffen. Het is een verzamelnaam voor duizenden door de mens gemaakte chemische stoffen die bekend staan om hun water-, vet- en vuilafstotende eigenschappen en die daarom in veel producten worden gebruikt, zoals pannen met een antiaanbaklaag, kleding en cosmetica. Deze stoffen zijn schadelijk voor de gezondheid en het milieu, omdat ze niet afbreken, zich verspreiden en in het lichaam kunnen ophopen, ↩︎
- zware metalen: metalen met een relatief hoge dichtheid en een bepaald atoomgewicht. In de volksgezondheid en milieukunde bedoelt men er vaak toxische metalen mee die schadelijk kunnen zijn voor mens, dier en milieu, ook al zijn sommige in kleine hoeveelheden essentieel. Voorbeelden van zware metalen lood, kwik, cadmium, arseen, chroom en nikkel. Daarnaast worden soms ook metalen zoals koper (Cu), zink (Zn), ijzer (Fe) en selenium (Se) tot de “zware metalen” gerekend, maar deze zijn in kleine hoeveelheden essentiële spoorelementen voor het lichaam.e metalen: een verzamelnaam voor metalen, zoals cadmium, chroom , kobalt, koper, kwik, lood , mangaan, nikkel en zink. Deze metalen zijn natuurlijke elementen en zitten in de lucht, de grond, het water en daardoor ook in ons voedsel. ↩︎
- scheurbuik: huid- en slijmvliesbloedingen, gewrichts- en beenvliesbloedingen, vermoeidheid, gewrichts- en spierpijnen, zweren in mondslijmvliezen, tanden komen los, levensgevaarlijke bloedingen, aantasting immuunsysteem en de dood. ↩︎
- Albert Szent-Györgyi (1893–1986) was een Hongaars fysioloog en biochemicus, vooral bekend als de ontdekker van vitamine C en zijn baanbrekende onderzoek naar de biologische verbranding (oxidatie)processen in het menselijk lichaam. Geboren in Boedapest, Hongarije, in 1893. Hij studeerde geneeskunde en biochemie. In de jaren 1930 slaagde hij erin om ascorbinezuur te isoleren uit paprika’s (rode pepers), wat later bekend werd als vitamine C. In 1937 ontving hij de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde voor zijn ontdekkingen met betrekking tot biologische oxidatie, met speciale aandacht voor vitamine C en de citroenzuurcyclus. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij betrokken bij het Hongaarse verzet. Na de oorlog emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar hij verder onderzoek deed, onder andere naar de biochemie van kanker en spieren.Szent-Györgyi wordt gezien als een pionier in de voedingswetenschap en de celbiochemie. Zijn ontdekking van vitamine C had enorme invloed op de geneeskunde en voedingsleer, vooral in de bestrijding van scheurbuik, een ziekte die veroorzaakt wordt door vitamine C-tekort. ↩︎
- Adelle Davis (25 februari 1904 – 31 mei 1974): een Amerikaanse schrijfster en voedingsdeskundige, die werd beschouwd als “de beroemdste voedingsdeskundige van het begin tot het midden van de 20e eeuw”. Ze was een voorstander van een betere gezondheid door betere voeding. In 1942 schreef ze een vroeg leerboek over voeding, gevolgd door vier bestsellers voor consumenten waarin ze de waarde van natuurlijke voeding prees en kritiek uitte op het eetpatroon van de gemiddelde Amerikaan. Haar boeken werden meer dan 10 miljoen keer verkocht en hebben bijgedragen aan het vormgeven van de eetgewoonten in Amerika. ↩︎