10 leugens over vitaminen & mineralen

Ontdek de 10 meest voorkomende leugens en ontdoe je van de verwarringen en onjuiste informatie over vitaminen en mineralen. In deze blog deel ik de ware gegevens over vitamines en mineralen met je, zodat je die kennis kunt gebruiken om voor jezelf de juiste keuzes te maken.

Helaas zijn er gevestigde belangen die profijt hebben van het verspreiden van leugens over vitaminen en mineralen. De hoofdverdachte hierbij is natuurlijk de farmaceutische industrie; zij hebben immers het grootste belang om verwarring en misvattingen te zaaien over deze belangrijke voedingsstoffen. Zij hebben een leger lobbyisten en enorme budgetten tot hun beschikking om campagnes op te zetten die deze leugens verspreiden. Zoals je in deze blog kunt lezen, zijn die leugens zelfs terug te vinden in de wetgeving.

Deze leugens worden op grote schaal en herhaaldelijk verkondigd waardoor deze na verloop van tijd als waarheid geaccepteerd worden. Op die manier heeft het farmaceutisch kartel door de jaren heen een aantal leugens in ons verstand weten te planten. Eerlijke, maar niet goed geïnformeerde mensen, kunnen deze leugens dan voor waar aannemen.

Het is voor mij onacceptabel dat mensen op zo’n grote schaal op het verkeerde been gezet worden. Deze leugens zorgen voor veel schade aan de volksgezondheid. We kunnen zoveel gezonder, productiever en gelukkiger zijn als we de waarheid kennen! Met de juiste kennis kunnen we onze performance een enorme boost geven!

De 10 leugens over vitaminen & mineralen

Leugen #1: Voeding bevat voldoende vitaminen & mineralen

Deze leugen is zelfs in de Europese wetgeving verankerd [2002/46/EG – art.7].

Dit is in strijd met de actuele situatie aangezien onderzoeken uitwijzen dat er op grote schaal sprake is van tekorten in onze voeding aan vitaminen en mineralen. Voorbeelden van tekorten die onder andere gemeld worden zijn vitamine A, vitamine B12, vitamine D, magnesium en kalium.

Het is al meerdere keren aangetoond dat de kwaliteit van onze groenten en fruit teruggelopen is door de manier waarop we landbouw bedrijven. De intensieve en chemische landbouw met kunstmest en pesticiden die op kwantiteit is gericht en niet op kwaliteit, leidt tot lage vitaminegehalten in groenten en fruit. Ook de vroege oogst die toegepast wordt om gewassen langer te kunnen bewaren, leidt tot een sterk verminderde inhoud aan vitaminen omdat vooral in de laatste fase van de rijping de vitaminen worden aangemaakt. Enigszins gedateerde onderzoeken door de Universiteit van Wageningen laten die sterke daling zien. Recenter onderzoek is helaas niet te vinden, maar er is geen enkele reden om aan te nemen dat er enige verbetering is.

De industriële verwerking door een voedingsindustrie die gericht is op een maximale winstmarge in plaats van kwalitatieve voeding, zorgt ook nog eens voor een verdere achteruitgang van onze voeding.

Leugen # 2: Vitaminen en mineralen kunnen geen ziekten voorkomen, behandelen of genezen

Ook deze leugen ligt vast in een Europese wet [2002/46/EG – art. 6.2]. 

Het is al een lang bekend feit dat tekorten zeer ernstige ziekten kunnen veroorzaken. 

De grootste doorbraken in de geneeskunde waren juist op basis van de ontdekking dat tekorten ernstige ziekten konden veroorzaken. De hieronder vermelde ziekten zijn grotendeels verholpen door simpelweg deze tekorten op te heffen:

• Nachtblindheid – door een tekort aan Vitamine A
• Beriberi – door een tekort aan Vitamine B1
• Pellagra – door een tekort aan Vitamine B3
• Pernicieuze anemie – door een tekort aan Vitamine B12
• Scheurbuik – door een tekort aan Vitamine C
• Engelse Ziekte – door een tekort aan Vitamine D

Aangezien deze ernstige ziekten het gevolg zijn van ernstige tekorten kun je rustig stellen dat talloze minder ernstige fysieke en mentale toestanden ook veroorzaakt worden door tekorten.

De statistieken, afkomstig van het RIVM, laten zien dat inmiddels 10,4 miljoen  mensen in Nederland (59%) één of meerdere chronische aandoeningen heeft.

Wat mij dan verbaast, is dat deze onwaarheden over vitaminen en mineralen niet worden ingetrokken, omdat tekorten zonder twijfel medeverantwoordelijk zijn voor deze rampzalige statistieken.

Leugen # 3. Te veel vitamine C veroorzaakt nierstenen

Er geen wetenschappelijk bewijs voor deze leugen. Dit terwijl er veel onderzoek bestaat dat juist het tegendeel aantoont. Hier een voorbeeld van zo’n onderzoek: 

Een wetenschappelijk artikel gepubliceerd in juni 1996:

Een groep bestaande uit 45.251 mannen in de leeftijd van 40–75 jaar werd zes jaar gevolgd. Nierstenen komen in deze leeftijdsgroep frequenter voor. De proefpersonen in dit onderzoek namen dagelijks 1500 milligram vitamine C of meer. Dit wordt door regelgevende instanties beschouwd als een gevaarlijk hoge dosis omdat het 25 keer hoger is dan de ADH (aanbevolen dagelijkse hoeveelheid).

Het onderzoek kon de onjuiste bewering van het farmaceutisch kartel niet  aantonen. Er is dus geen enkele reden tot onrust. 

Hoge doses vitamine C zorgen dus niet voor een verhoogde kans op nierstenen.

Leugen # 4. Vet-oplosbare vitaminen stapelen zich op in het lichaam

In vet oplosbare vitaminen zouden gevaarlijk kunnen zijn omdat ze zich in het lichaam opstapelen en negatieve gevolgen met zich mee kunnen brengen. Helaas geloven de meeste dokters dit ook. Ze hebben er echter nooit bewijs voor gezien, maar ze werden er desondanks op de universiteit in onderwezen.

In een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar de risico’s van het in vet oplosbare vitamine E kregen proefpersonen over een langere periode een dagelijkse dosis van 2000 Internationale Eenheden (IE) toegediend [= 200 keer meer dan de ADH]. Wetenschappers vonden geen enkel bewijs dat zelfs zulke hoge doses op welke manier dan ook schadelijk zijn.

Een ander wetenschappelijk onderzoek werd in het vooraanstaande medisch-wetenschappelijk tijdschrift The Lancet (maart 1996) gepubliceerd. In dit onderzoek wordt gesteld dat een dagelijkse dosering van 400-800 IE vitamine E, die de proefpersonen gedurende een jaar toegediend kregen, niet alleen niet-toxisch bleek te zijn, maar juist een therapeutisch waarde had op mensen met aandoeningen aan de kransslagaders. De positieve bijwerking van vitamine E zorgde er ook voor dat het aantal hartaanvallen afnam.

Een ander onderzoek toonde aan dat extreem hoge doseringen vitamine E niet toxisch zijn, maar wel een zeer gunstige uitwerking heeft op de geheugenproblemen van ouderen.

Er werd zelfs ontdekt dat het een positieve invloed op de leercapaciteit heeft.

Er zijn onderzoeken onder een volledige bevolkingsgroep, de Hunza’s uitgevoerd. Hun dagelijkse inname van vitamine A, via hun voeding, bedraagt 75.000 tot 100.000 eenheden. De ADH voor vitamine A is 5000 eenheden, dus is hun inname 15 tot 20 keer hoger. In plaats van te lijden aan ernstige vergiftigingsverschijnselen hebben de Hunza’s een extreem hoge levensverwachting. Velen van hen worden 100 jaar of ouder. Onder deze bevolkingsgroep is geen geval van kanker bekend, of van andere ernstige ziekten waar westerlingen aan lijden.

Een eventueel te veel aan vet-oplosbare vitamines wordt niet met de urine afgevoerd, maar wel via je stoelgang.

Leugen # 5. Vitaminesupplementen leiden slechts tot dure urine

Als je het over vitaminen hebt hoor je wel eens mensen cynisch zeggen dat je alleen maar dure urine produceert. Er schuilt een bron van waarheid in, aangezien alle overbodige stoffen uit je lichaam afgevoerd worden.

Er zijn echter zo’n 40 biljoen(!) (40.000.000.000.000) cellen in je lichaam die alle vitaminen en mineralen dagelijks nodig hebben om de talloze celprocessen goed te laten verlopen. Wanneer je dagelijks grotere doseringen neemt vergroot je de kans dat alle cellen voldoende vitaminen en mineralen aangeboden krijgen. Het lichaam is sterker, stabieler, verslijt minder en levert meer energie en betere prestaties.

Bij schaarste zal het lichaam de vitaminen en mineralen reserveren voor de organen die het belangrijkst zijn voor de acute overleving. Andere organen krijgen dan noodgedwongen minder en worden op een lager pitje gezet.

Het menselijk lichaam werd ontwikkeld op basis van het natuurlijk principe van overvloed. Het is daarom duidelijk dat ‘goedkope urine’ zonder vitaminen er juist op wijst dat niet alle cellen krijgen wat ze nodig hebben.

Zo weet je dat als er geen vitamine C in je urine teruggevonden wordt, dat je lichaam een serieus tekort aan vitamine C zal hebben. Wanneer je voldoende vitamine C in je lichaam hebt, vind je die zonder meer ook terug in je urine.

Leugen # 6. Vitaminen kunnen ernstige bijwerkingen hebben

Er bestaat geen enkel bewijs dat vitamines ernstige bijwerkingen hebben, terwijl er wel overweldigend veel bewijs bestaat dat vitamines onschadelijk zijn.

Natuurlijk zijn er milde ‘bijwerkingen’ zoals een dunne ontlasting bij te veel vitamine C of te veel magnesium of een ‘red flush’ bij de inname van niacine. Dit zijn echter geen ernstige bijwerkingen, maar natuurlijke verschijnselen die van voorbijgaande aard zijn.

Je zou je alleen zorgen moeten maken wanneer je te weinig vitaminen, mineralen en spoorelementen neemt of wanneer je deze in een onjuiste balans neemt.

Wanneer deze essentiële voedingsstoffen ontbreken kunnen biochemische processen immers tot stilstand komen. Door tekorten worden deze processen vertraagd of verstoord. Ook een disbalans aan vitaminen en mineralen kan gevolgen hebben voor deze processen. Vitaminen en mineralen werken allemaal als een team samen in de stofwisseling van de cellen, maar die samenwerking werkt het beste bij een optimale balans.

Een overvloed van een enkele vitamine kan in sommige gevallen symptomen veroorzaken vanwege tekorten van een andere vitamine. Wanneer iemand te veel vitamine B1 gebuikt kan dat de werking van vitamine C onderdrukken en symptomen van een milde vorm van scheurbuik veroorzaken (zoals bloedend tandvlees, tandpijn). Dus ook al neemt men voldoende vitamine C, te veel vitamine B1 kan de werking van deze vitamine C deels teniet doen. Zo ook kan vitamine B6 alleen haar functie uitvoeren als het kan samenwerken met voldoende vitamine B12.

Deze voedingsstoffen zijn afhankelijk van elkaar omdat ze samenwerken in dezelfde biochemische processen. Daarom moeten vitaminen, mineralen en spoorelementen altijd in de juiste balans aanwezig zijn. Als er een optimale balans van deze essentiële voedingsstoffen is, kan er van overdosering geen sprake zijn.

Leugen # 7. Je kunt je arts advies vragen over vitaminen

Artsen waren in het verleden uitermate effectief met het genezen van bepaalde aandoeningen met behulp van vitaminen en mineralen. Dit waren stuk voor stuk ernstige aandoeningen, waarvoor lange tijd geen oplossing voorhanden was. Sommige van deze aandoeningen konden zelfs fataal zijn en veel ervan konden volledig worden verholpen met specifieke vitaminen.

Helaas is de medische wereld afgestapt van het idee dat tekorten een mogelijke rol kunnen spelen bij aandoeningen of andere klachten.

Door hun eenzijdige opleiding geloven de meeste artsen alleen nog maar in het behandelen met medicijnen. Tijdens mijn medische studie heb ik maximaal een halve dag onderwijs gekregen over de rol van voeding, vitaminen en mineralen. Kortom, ik kreeg vrijwel geen kennis over het belang van deze voedingsstoffen.

We werden niet opgeleid in de werking van vitaminen, mineralen en spoorelementen en hun cruciale rol bij een goede werking van het lichaam. Natuurlijke behandelmethodes worden niet meer serieus genomen en artsen kijken er zelfs vaak op neer.

Via de farmaceutische industrie krijgen zij uitsluitend de wetenschappelijk artikelen over medicijnen onder ogen. Bijna geen enkele arts bekijkt de talloze artikelen (meer dan miljoen op PubMed) die gepubliceerd zijn over de rol van vitaminen, mineralen en spoorelementen.

Leugen # 8. Vitamine B6 kan neurologische klachten veroorzaken

Als gevolg van de bewering dat te veel vitamine B6 kan leiden tot neurologische klachten is er in Nederland een aantal jaar geleden nieuwe regelgeving gekomen over vitamine B6: 

Er heeft alleen geen degelijke wetenschappelijke onderbouwing ten grondslag gelegen aan de beslissing om de maximale dagelijkse hoeveelheid aan banden te leggen. Wetenschappers geven aan dat alleen bij grote hoeveelheden van één bepaalde vorm van vitamine B6, namelijk pyridoxine, bij langdurige inname, neurologische bijwerkingen kunnen ontstaan, die overigens volledig omkeerbaar zijn.

Emiritus Professor David A. Bender (biochemicus van de University College London) schrijft in zijn boek ‘Nutritional Biochemistry of the Vitamins’ dat er weinig of geen bewijs is dat een inname van 200 – 500 mg vitamine B6 enig nadelig effect heeft. De in Nederland geldende lage dagelijkse hoeveelheid staat bijvoorbeeld in schril contrast met het Amerikaanse maximum van 100 mg vitamine B6 per dag (bijna 5 x zo hoog!). Je kunt dus rustig concluderen dat er weinig reden tot zorg is over het gebruik van vitamine B6. En tot nu toe heb ik het alleen gehad over vitamine B6 in de vorm van Pyridoxine.

Er zijn meerdere vormen van vitamine B6. Vitamine B6 in de bioactieve vorm pyridoxal-5’-fosfaat (P5P) bijvoorbeeld geeft, ook bij grotere hoeveelheden, geen enkele neurologische bijwerking. 

Daarnaast moet je je er van bewust zijn dat vitamine B6 veel functies heeft die van enorm belang zijn voor je lichaam, zelfs al op basis van alleen de toegestane gezondheidsclaims:

Vitamine B6:

• is van belang voor de vorming van rode bloedcellen;
• goed voor de eiwitproductie;
• activeert de natuurlijke energie in het lichaam;
• draagt bij aan de activiteit van hormonen in het lichaam;
• heeft een positieve invloed op het immuunsysteem;
• heeft een rol in opbouw, afbraak van eiwitten & koolhydraten;
• draagt bij aan een heldere geest;
• goed voor de gemoedstoestand;
• goed voor het geheugen, het concentratievermogen en leerprestatie;
• draagt bij aan fitheid;
• goed voor het zenuwstelsel.

Gezien het belang van vitamine B6 is het dus belangrijk om je niet op het verkeerde been te laten zetten met de leugens van onze overheid.

Leugen # 9. Vitamine en mineralen zijn ‘supplementair’

Voedingssupplement = middel gebruikt om eventuele tekorten in het voedsel aan te vullen. Maar is dit is geen juiste en volledige definitie.

Onze voeding zou alle essentiële voedingsstoffen in voldoende hoeveelheden moeten bevatten. Het gaat namelijk niet over het aanvullen van tekorten, maar over het optimaal samenstellen van onze voeding zodat je lichaam optimaal kan performen. 

Kijk je bijvoorbeeld naar vitamine C dan kom je dagelijks via onze voeding misschien aan zo’n 80 mg. Volgens de moderne wetenschap heb je minimaal 40 mg per kilogram lichaamsgewicht nodig. Dus iemand met een gewicht van 70 kilogram heeft minimaal 2.800 mg vitamine C nodig.

Dus bij 70 kg heb je 2,720 mg (2.800 – 80) ‘aanvulling’ nodig. Het gaat hier over een aanvulling van 2,720 milligram op de 80 milligram vitamine C die je via de voeding binnenkrijgt. 

Zo neem je 400 IE vitamine E en krijgen er met onze dagelijkse voeding nog eens 10 tot 20 IE bij. 

Wat je nodig hebt is een volledig voedingspatroon dat heel bewust is samengesteld met dagelijkse inname van vitaminen, mineralen, spoorelementen en andere essentiële voedingstoffen. Het is dus geen aanvulling, maar het uitgekiend samenstellen van de dagelijkse voeding, om ervoor te zorgen dat je alle essentiële voedingstoffen binnenkrijgt die al je lichaamscellen nodig hebben.

Leugen # 10. De Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid geeft je wat je nodig hebt

Op elke verpakking van supplementen vind je voor vitaminen en mineralen een Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (= ADH). Het is verplicht voor fabrikanten om deze ADH op alle potjes met vitaminen en mineralen te vermelden.

De hoeveelheden die door het ADH-systeem aanbevolen worden, zijn slechts net voldoende om je lichaam niet in te laten storten. Deze hoeveelheden zijn beduidend lager dan de hoeveelheden die nodig zijn om alle lichaamscellen en biochemische processen goed te laten werken. Om gezond te zijn heeft je lichaam een veelvoud nodig van de doseringen van de ADH. Er is absoluut geen wetenschappelijke onderbouwing voor de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid.

Neem Vitamine C als voorbeeld. De ADH voor Vitamine C is 80 mg. Maar 80 mg Vitamine C is slechts net voldoende om geen scheurbuik te ontwikkelen. De mens maakt geen vitamine C aan. Deze handicap deelt de mens met mensapen, cavia’s, vleerhonden, beenvissen en bepaalde zangvogels. Planten en de meeste gewervelde dieren zijn daarentegen wel in staat om hun eigen vitamine C aan te maken.

De cavia is een van de dieren die, net zoals de mens, geen vitamine C aanmaakt. Omdat mensen cavia’s hebben als huisdier, is het belangrijk te weten hoeveel vitamine C zij dagelijks nodig hebben. De dierenarts adviseert 40 tot 80 mg vitamine C per dag, terwijl een cavia slechts rond de kilo weegt. Dat komt dus neer op 40 tot 80 mg per kilogram lichaamsgewicht. De mens zou volgens de ADH 80 mg vitamine C per dag nodig hebben. Bij een gewicht van 80 kg, zou dat dus neerkomen op 1 mg per kilogram lichaamsgewicht.

Geiten maken wel vitamine C aan. Omgerekend naar een menselijk lichaam van 70 kilo produceert een geit zo’n 13 tot 14 gram vitamine C per dag. Dat is dus 14/0,075 = 186 maal meer dan wat voor de mens aanbevolen wordt in de ADH.

Het is dus overduidelijk dat de mens ook veel grotere hoeveelheden vitamine C nodig heeft. De mens heeft dan ook minimaal 40 mg Vitamine C per kilogram lichaamsgewicht nodig.

Wat geldt voor de ADH van vitamine C geldt ook voor de ADH van alle andere vitaminen. Daarom is het verstandig om de ADH links te laten liggen.

Het gevaar van deze leugens is dat mensen nietsvermoedend door het leven gaan, denkend dat ze het goed doen want onze voeding bevat toch alle vitaminen en mineralen die we nodig hebben? Te veel vitaminen en mineralen zijn toch gevaarlijk? En ga zo maar door. 

Op basis van deze leugens maken ze beslissingen die voor hen potentieel nadelig kunnen zijn, met alle gevolgen van dien, maar die wel in het voordeel van het farmaceutisch kartel zijn.

Negeer deze leugens, ga op onderzoek uit en lees mijn blog ‘Bevat onze dagelijkse voeding genoeg vitaminen en mineralen?’ Zorg gewoon dat je voldoende vitaminen, mineralen en spoorelementen binnenkrijgt.

In de lichaamscellen vinden er tegelijkertijd vele honderden tot duizenden biochemische processen plaats. Vitaminen, mineralen en spoorelementen spelen een bijzondere, cruciale en levensbelangrijke rol in deze processen. Zonder deze essentiële voedingsstoffen kunnen deze processen niet plaatsvinden. Een tekort kan ertoe leiden dat het lichaam gebreken gaat krijgen en niet langer meer ordelijk en efficiënt kan functioneren.

Het is daarom van levensbelang om de ware gegevens over vitaminen en mineralen te kennen!

Conclusie

In al deze verwarring wil ik, samen met mijn team een onderscheid maken door de juiste informatie met je te delen die begrijpelijk en toepasbaar is.

Ik wil jou op weg helpen naar een zo optimaal mogelijk bestaan, waar gezondheid, succes en levensgeluk normaal is en je weet dat wat jij wilt bereiken binnen handbereik ligt.